2. Alles komt goed

Lena's feest.

deel 2


Ze neemt je in korte verhalen mee in haar leven. Lena's geluk, haar dramaatjes en haar kleine, grootse persoonlijke overwinningen, die zoal rond de feestdagen spelen.




Alles komt goed

(2018)




 

Het regende onafgebroken door.

Nu de avond begint in te vallen, lantaarns de straat verlichten is het sfeertje haast een beetje eng.

Maar Lena ligt languit lui op de bank in haar Rudolph The Red-Nosed Reindeer-onesie naar de plafonnière te staren en is dus helemaal niet met buiten bezig. Het ontgaat haar zelfs dat het licht is gaan onweren.

Een glaasje sherry staat naast haar op het tafeltje.

Als ze zou tellen, zou ze de tel zijn kwijt geraakt.

Vorig jaar rond deze tijd stond ze een heuse haas te braden en appels te stampen voor het luxueuze kerstdiner waartoe ze

Harry en Jos en Riet met d'r vriendin had uitgenodigd.

Ze kan het zich nog precies herinneren. Ze deed de deur open, dat eerste moment. Die onhandige en ongemakkelijke small-talk, dat over en weer werd geduwd, net zolang tot het spreekwoordelijke ijs was gebroken. Maar dat duurde even.

Tot de drank begon te werken. Na een paar glaasjes ging het allemaal al zo makkelijk dat Lena zonder omhaal bekende dat ze Harry had verdacht van illegale homoseksualiteit, samen met Jos want die was ho.

Maar Jos bleek Josje en was een echte vrouw.

De tafel lag dubbel van het lachen. Riet bleek trouwens wel echt lesbisch. Samen met Jettie, die vriendin dus, die zo mogelijk nog lesbischer was, vond Lena.

Harry wilde praten had ie gezegd en dat deed ie dan ook. Als een kind zo enthousiast vertelde hij dat Jos hotelier was en ze wilden Lena als receptioniste en administratief medewerker in Jos' van zijn opa geërfd hotel. Riet werd ingehuurd als chekfok en Jettie mocht de gastvrouw zijn in het restaurant.

Binnen een mum van tijd leek alles rond en begin dit jaar werkte Lena in het hotel 'Het Koerhuis'.

Tot eind juli, begin augustus.

Toen viel de fiscus binnen, samen met de financiële recherche en politie, vier wagens vol agenten en werd het hotel hermetisch afgesloten; de gehele administratie meegenomen, gasten gesommeerd het pand te verlaten en was het voorbij.

Aanklacht: witwaspraktijken, valsheid in geschrifte en bankair frauduleus handelen.

Riet en Jos speelden onder één hoedje en het zou Lena niet verbaasd hebben als Jettie ook in het complot zat.

Ze heeft Harry nog in vertrouwen genomen, gewaarschuwd dat er van alles financieel niet klopte en dat Jos en Riet simpelweg niet deugden, nog voor ze deze drastische maatregel nam.

Lena zelf had de instanties gealarmeerd.

De overdaad aan macht vond ze zelf behoorlijk indrukwekkend.

Riet had Harry aan Jos voorgesteld, nadat zij het had uitgemaakt met Harry. Dus die twee kenden mekaar al veel langer. Nog langer dan ze aanvankelijk dacht.

Maar goed, Lena moest zich niet zo aanstellen en niet de jaloerse ex uithangen. Dat was Harry's reactie.

Ze verzamelde bewijs, kopieerde twijfelachtige stukken en luisterde gesprekken af tussen Riet en Jos.

'Als we ten ondergaan', had ze bedacht, 'dan zonder mij!' 

'Hoe stom konden ze zijn om mij de adminstratie te laten doen, zonder dat dit soort praktijken in de gaten viel?', vroeg ze zich geregeld af. 'Het lag zo voor de hand, dat het haast ongelooflijk was.'

Toen ze genoeg had verzameld belde ze de Fiod en de politie en is de zaak gaan rollen. En opgerold. Daarna heeft ze nooit meer iets van Harry gehoord en begin volgend jaar is de rechtzaak gepland.

Die hele episode had een zware wissel getrokken op Lena.

Ze was er werkelijk stuk van. En nòg.

De feestdagen stonden weer voor de deur, maar er was niets feestelijks aan. Wat viel er nou in vredesnaam nog te vieren?

Ze nam nog een slok en slofte naar de hal.

In de hoek, naast het kastje, in gaas gewikkeld, stond een kerstboom van zo'n dik anderhalve meter hoog. Het ding stond er al bijna een week uit te drogen.

Waarom had ze die boom nou eigenlijk gekocht...

Omdat iedereen dat deed. Dat hoort zo.

En het bracht haar in alle voorgaande jaren altijd wel in de kerststemming. Zeker wanneer ze ''s avonds aankwam rijden, na het werk en dan bijna achter elke raam van het appartementencomplex wel een boompje zag staan.

Dat gaf sfeer. Gezelligheid. Warmte.

Maar dit jaar was het anders.

Opnieuw stonden er bomen, binnen en buiten, rondom het parkeerterrein en in de entree stond er eentje die bijna het plafond raakte. Die beneden vond ze stiekem het mooist omdat ie verschillende kleuren lichtjes bezat die zacht wisselden van rood naar roze, blauw naar groen enzovoort.

Maar hoezeer de hele wereld, de televisie, de radio en haar eigen bewonerscommissie, ook hun best deden om er een gezellige boel van te maken, het deed haar helemaal niets.

Dit jaar voelde ze de verlammende pijn dat ze alles definitief was kwijt geraakt. En hoewel ze maar al te goed wist dat haar eigen boompje daar geen donder aan zou veranderen had ze er tòch één gekocht. Omdat iedereen dat dus deed.

Ze pakte de den bij het topje en sleurde het ding naar het raam in de woonkamer.

'Oh Zenneboom,

oh Zenneboom

wazijn je takke wonzermooii', zong ze zacht met dubbele tong.

Ze kleedde zich uit en ging naar bed.



De volgende ochtend wordt ze veel te vroeg wakker, maar dat beseft ze pas nadat ze heeft aangebeld bij de ouwe Hein, die in zijn ochtendjas opendoet en zijn bovenbuurvrouw op niet mis verstane wijze wijst op het vroege tijdstip.

Vroeg in de morgen was Lena wakker geworden met plotseling hervonden energie en enthousiasme. Ze was vastbesloten niet langer te sippen en de Kerst alleen door te brengen. Om die reden stond ze nu, volslagen onverwacht bij de ouwe Hein voor de deur. Ja, ze kon nog wel eens wat impulsief zijn.

Lena had altijd al een beetje medelijden met de man, die in het appartementencomplex bekend stond als verward, eigenzinnig, onbegrepen, een tikkeltje excentriek. Vorig jaar rond Kerst had ie zichzelf uit het raam gegooid en dat wonderbaarlijk overleefd. Medebewoners hebben nog geprobeerd om hem eruit te krijgen want zo'n labiele ouwe gek vormde maar een gevaar voor de omgeving.

'Er wonen hier ook kinderen!' had mevrouw Brouwer geopperd tijdens de vve-vergadering. 'Stel dat ie weer zoiets onbesuisd onderneemt en één van de kleintjes ziet dat! God bewaar me.'

Lena besloot op dat moment acuut nooit meer deel te nemen aan vve-vergaderingen en Trees Brouwer nooit meer te groeten als ze dat harteloze lijk tegen kwam bij de liften.

'Lena Oldeninck!'

Thomas Hein was naast verbaasd, overwegend boos. 'Het is kwart over zeven! Op elk ander tijdstip zou ik mij verheugd hebben afgevraagd welk grote eer aan dit bezoek ten grondslag ligt, maar nu ben ik hooglijk onaangenaam verrast!'

Lena had echt geen moment op de tijd gelet, schaamrood kleurde langzaam haar wangen.

'Oh! Echt? Oh sorry, Thomas.. Ik ehh.. Uhm...'

Omdat ze stil viel, liet de oude Hein een grom horen.

'Ik woude.. Eh.. wilde je uitnodigen voor de Kerst, om een hapje te komen eten... eigenlijk.'

Thomas' gezicht ontdooide meteen nadat Lena haar uitnodiging had neergelegd.

'-Voor de Kerst? Je bedoeld... Mij?'

Duidelijker kon een mens een vraagteken niet uitspreken. 'Wat moet je nou met zo'n ouwe knar als ik, Lena?'

Hij was oprecht verbijsterd, een beetje ontroerd leek ie zelfs.

'-Nou ik dacht, volgens mij zijn we allebei alleen en ja, ik weet niet hoe dat exact met jou zit...' Lena zocht even naar subtiele bewoording die de lading op een beschaafde manier kon dekken. Toen ze niks kon verzinnen zei ze uiteindelijk: 'En daar heb ik geen ene flikker zin in!' Dat kwam er agressiever uit dan ze wilde.

Ze schrok er zelf van en schoot uit schaamte in de lach. Thomas lachte mee.

Niet veel later was de afspraak beklonken en sloot Lena de voordeur achter zich van haar appartement, zeven etages hoger.

In de keuken zet ze thee. Na een simpel ontbijtje haalt ze de boomvoet en kerstversiering uit de berging en alsof het verleden nooit bestaan heeft begint ze de den op te tuigen. Uit de radio knalt Wham's Last Christmas, maar door Lena's enthousiaste vocale bijdrage is dat nauwelijks te horen.

Buiten is het kouder geworden.

Het zou nog wel eens kunnen gaan sneeuwen.

Als de boom, met goud en koper gekleurde ballen staat, de lichtjes branden, maakt ze zich klaar om naar de supermarkt te gaan. Ze had geen flauw idee wat ze moest gaan maken voor Thomas, maar aan zijn buikomvang te zien was die in de voorgaande jaren niet al te kieskeurig geweest. Althans, daar ging ze van ui



Kruidnagel! Die moest er nog in.

Het was Eerste Kerstdag en Lena stond in de keuken.

Naast het schoteltje met roerlepels stond een bescheiden glas sherry. De saus was bereidt, een heuse kalkoen gaarde langzaam in de oven, de doppers gedopt en de stoofpeertjes stoofden. Zonder stoofpeertjes geen Kerst en zonder Kerst geen stoofpeertjes, had een groot filosoof ooit eens gezegd.

Ze onthield soms de meest achterlijkste dingen

De geur alleen al was om werkelijk te watertanden en de sfeer in de woonkamer was mooi, warm en knus.

Alsof Anton Pieck zelf voor de entourage had gezorgd, sneeuwde het snds vanmorgen, bijna onafgebroken. Binnen brandden kleine kaarsjes en zacht klonk voor de zoveelste keer Mariah Carey uit de speakertjes.

Omdat ze niet wist wat Thomas dronk en dat ook niet wilde vragen was ze zich een beetje te buiten gegaan aan inkopen. Er stonden flessen rode en witte wijn, cognac, twee soorten whisky, jenever, Spaanse port en natuurlijk sherry. Het geluk wilde wel dat Lena zelf ook best van die drankjes hield, dus het was niet geheel voor niks geweest.

Thomas Hein belde aan, juist op het moment dat Lena haar uiterlijk controleerde in de spiegel. Ze zag er feestelijk uit en zo voelde ze zich ook. Het was tenslotte Kerst.


'Nog even, Lena, en ik knap uit elkaar', verzuchtte Thomas tevreden terwijl hij zijn stoel zacht achteruit schoof en zijn beide handen over zijn goed gevulde buik wreef. 'Ik kan écht niet meer. Het was heerlijk!'

Lena lachte '-Dat komt goed uit want er is ook niks meer.'

Dat wilde ze zeggen, maar het werd: 'Da kom dan goedduit wandris niks meer.'

Sherry en Lena: Het zijn twee vrienden in een haat/liefde verhouding. Door alle narigheid van het afgelopen jaar was ze er wel steeds beter tegen bestand geraakt, althans; tegen de uitwerking ervan, maar de vriendschap lag desondanks gevoelig.

'Kep nog wel een toetje', zei ze toen ze het glas van Thomas nog eens bij schonk. 'Maar kweenie of je daar nog ruimte voor heb?'

Thomas die broodnuchter leek, maar inmiddels ook aan zijn tweede fles wijn toe was stond op en bedankte Lena hartelijk. 'Als je het goed vind plof ik even in je luie stoel, Leen.'

Nog voor ze kon reageren, ging de voordeurbel. Ze schrok ervan.

Het liep al tegen tienen.

Ze was ronduit verbaasd.

Thomas grinnikte: 'Oh oh, had ik op dit tijdstip al weg moeten zijn voor je stiekeme scharrel?'

Lena lachte luid. Ze had vanavond uitgebreid haar succesverhaal van het jaar uit de doeken gedaan, dus ze begreep dat hij haar plaagde.

'Weet je, Leen?', had Thomas tenslotte gez'Nu voel je je verdrietig en boos, en terecht, geef het de tijd die het nodig heeft. Maar volgend jaar Kerst komt het goed. Want alles komt altijd goed met Kerst!'

Dat vond ze lief van hem.

'Daar proosten we op, Tom', zei ze, 'dankjewel en dankjewel dat je er bent vanavond. Ik kan me geen beter gezelschap wensen.'

Nog een keer de bel.

'Ik heb geen flauw idee, Tom!'

'-Kijk dan effe door het gaatje, voor je opendoet.'

Ze keek en Thomas hoorde Lena roepen, deels geschrokken met haar hand voor de mond: 'Krijg nou tieten!'

Met wijd opengesperde ogen kwam ze de kamer binnen. Ze leek wel lijkbleek.

'-Wat, Lena? Wie staat er?'

Opnieuw zei ze: 'Krijg tieten, Thomas!' Maar nu had ze haar hand nog dichter tegen haar mond gedrukt dus er was niets van te verstaan.

Thomas, ongeduldig, herhaalde zijn vraag op hoger volume: 'Wie, Lena? Is het Harry?'

Ze schudde hevig met haar hoofd. Ze liet haar hand zakken en stamelde:

'Robert... ten Brink... Robert ten Brink staat voor de deur... Met een enorme bos rozen.'

Thomas schoot geweldig in de lach.

'-Dat is toch die van ehhh... Dat liefdesprogramma, hoe heet het? Zijn er camera's bij?'

Lena draaide rondjes van pure waanzin om haar as.' Wat moet ik doen, wat moeddik doen, Thomas?'

'Laat me eens kijken!', riep hij opgewonden, haastte zich naar de hal, keek door het spionnetje en zag hoe Robert ten Brink opnieuw aanbelde met zijn welbekende blik en grijns.

Hij draaide zich om en duwde Lena naar voren, die zich strategisch achter hem verstopt had, alsof het iets uitmaakte.

'Doe open, Leen!', beet hij haar toe.

Hij pakte haar hand, legde die op de deurklink en drukte 'm naar beneden. De deur ging open en Thomas maakte zich uit de voeten.

'Goedenavond, jij moet Lena zijn?' zei Robert zonder mimiek, zelfs zonder zijn mond te bewegen. 'Klopt dat?'

Robert ten Brink hield de enorme bos rode rozen voor zijn borst.

'Deze zijn voor jou.'

Ondanks de sherry kreeg Lena nu door dat ze zich door een rubberen, zeer goed gelukt carnavalsmasker op de kast had laten jagen, van waaronder ze de stem van Harry Rustema herkende.

Op dat moment trok Harry zijn masker af en met een olijke blik, brutale ogen en ietwat rood aangelopen hoofd zei hij zacht: 'Ik ben het, schat.'

Lena wist niet of ze boos of opgelucht moest zijn.

'Harry!!'

Meer kwam er niet uit en nog minder toen Harry plotseling op zijn knieën ging.

'Deze rozen zijn voor jou, Lena. Het zijn er maar veertig, maar het moesten er veertig miljoen zijn, één voor elke fout die ik heb gemaakt, Lena. Het spijt me zo.'

Lena stond perplex (en genoot stiekem toch ook een beetje van het tafereel dat voor haar ogen, nu, op eerste kerstdag plaatsvond).

'Ik heb het zo verschrikkelijk onhandig aangepakt, alles. Ik had nooit bij je weg moeten gaan. Jij bent en was altijd de liefde van mijn leven. Ik had je moeten geloven toen je over Riet en Jos begon. Ik snap niet hoe ik zo, zó stom kon zijn.'

'Kom overeind, mafkees', zei ze met een brok in haar keel, al wilde ze dat niet laten merken.

Harry krabbelde als Jezus Christus overeind en bood haar de gigantisch bos aan. 'Vergeef je me?'

Lena nam de bos over en zei : 'Wat ben jij een... een domoor, een onhandige domoor, een ontzettende domoor, Harry Rustema.'

Hij nodigde zichzelf uit tussen haar armen. Ze omhelsde hem wel maar het was zeker nog niet van harte.

'Kom binnen. Ben wel toe aan een borrel', zei ze.

Toen ze de kamerdeur opende stond Thomas op, liep naar haar toe en gaf haar voorzichtig een kus op haar wang. 'Bedankt Leen, ik denk dat jullie er verder wel uit komen hè', fluisterde hij met een glimlach. Soepel manoeuvreerde hij langs haar heen de hal in, pakte zijn jas en trok zacht de voordeur achter zich dicht. 'Zie je wel', dacht hij, 'alles komt altijd goed met de Kerst.'


Lena duwde Harry op de bank, smeet de bos rozen op de stoel, greep naar de autosleutels en ging ervandoor. Razend was ze! Des duivels, zo boos! Ze nam de trap, met een paar treden tegelijk, naar beneden.

'Fijn dat ie het allemaal voor zijn vriendje schreef, maar nou ben ik het zat!' mopperde ze boos. 'Spuugzat!'

'Ik heb heel veel gepikt, ik heb genoeg meegemaakt en iedere keer bleek ik een zelfstandige, sterke jonge vrouw te zijn! Zoals dat hoort anno 2018! Ik klim uit elke dal!  Ik nodigde zelfs Thomas uit, die ik echt oprecht zielig vond, met zijn zelfmoordpoging en zijn mislukte huwelijk, ookal is het een bejaarde, labiele gek en had het mijn pa kunnen zijn! Maar ik ging er in mee, zoals ik in heel veel dingen meeging!'

Op het parkeerterrein sprong ze haar stoere Peugeot en ging er met een noodgang vandoor. Met haar voet stevig op het gaspedaal tierde ze verder:

'Ik deed wat ie schreef! Alles! En ik hou niet eens van Sherry! Maar dat pikte ik! Ook dat! Maar ik laat me godverdomme niet opschepen met die lamlul van een Harry! No fokking way! En dat zal ik hem zeggen ook!'

Lena reed 120 waar ze 100 mocht en 80 waar ze 60 mocht. Naar Nieuwegein.

'Die slappe zakkenwasser van een Harry! Waarom? Waarom?

Voor het dramatische effect? Wat de fuck? Ja, dat Robert ten Brink masker was nog wel grappig, maar die klootviool verdiend geen enkele herkansing! Waarom laat ie me in godsnaam acuut door de knieën zakken voor een lamzak met een bos pleuris rozen!!?

Heeft het schrijvertje daar een reactie op?'

Ze reed de Krijtwal in, parkeerde de auto scheef in het vak, liep naar het appartementencomplex en belde aan.