Ze neemt je in korte verhalen mee in haar leven. Lena's geluk, haar dramaatjes en haar kleine, grootse persoonlijke overwinningen, die zoal rond de feestdagen spelen.
Lena stond voor het raam.
Duizenden witte stippen vielen voor haar ogen naar beneden en vormden een dun laagje op de bijna verlaten rijweg, 7 etages lager.
'Sneeuw', dacht Lena,' en het is pas begin december. Zou de goede Sint wel komen nu hij het weer zo lelijk vindt?'
Het was inderdaad Sinterklaasavond en ze draaide zich langzaam van het raam af.
'Vijf december', mompelde ze, 'en niemand die op een cadeau wacht, laat staan op een gedicht.'
Ze liep naar de eettafel en schonk zich opnieuw een glas sherry in. Haar vierde al en ze was nog geen uur thuis van het werk.
Wat was er veel veranderd in het afgelopen jaar. Ze herinnerde zich nog levendig het Sinterklaasgedicht dat ze precies 361 dagen geleden voor Harry had gemaakt.
'De Sint heeft heel lang zitten denken, of hij jou uberhaupt nog iets zou schenken', reciteerde ze hardop.
'Nu jij van een ander houdt, vindt de Sint jou reuze stout.'
Mjah, in rijmen was ze tamelijk goed. Ze kende bijna het hele gedicht nog uit haar hoofd.
'Want nu jij bent met ene Riet,
doet dat de Sint een boel verdriet.'
Ze voelde een traan langs haar wang lopen en veegde hem weg met haar rechterhand. Het toeval wilde dat ze met die hand ook haar glas sherry vasthield, dus viel er een forse scheut over haar rok.
'Sint dacht, 'weet je wat, ik doe niet sloompjes,
Die Harry geef ik maar een pak condoompjes.'
Ondanks de traan moest ze om haar eigen gedicht lachen en giechelde:
'Want zo gaat 't toch niet langer, straks in Riet nog zwanger!'
Alsof het 5 december vorig jaar is. Zo echt doemt dat moment weer op voor haar geestesoog.
Dat moment waarop Harry zijn stoel achteruit schuift, de nog ingepakte rubbers door de kamer smijt en 'Stomme jaloerse trut!' roept. Hij rent de dag in en voordat ze het goed en wel beseft hoort ze de voordeur keihard dichtslaan en heeft ze Harry voor het laatst gezien.
Officieel althans.
Het afgelopen jaar heeft ze met bijna masochistisch genoegen zijn kantoor in de gaten gehouden. Dan stond ze, verdekt opgesteld, in een portiek of achter een muurtje of boom, en zag hoe Harry Rustema de deur van zijn accountantskantoor achter zich dichttrok, Riet een zoen gaf en hoe ze gearmd naar haar etage liepen. Haar volledige naam stond gewoon naast haar bel. Daar was niks Sherlocks aan.
Riet Fruithof. Succesvol drie-sterren kokin. Een van de weinige vrouwelijke chefkoks die zich een weg naar de top had weten te koken. Leidster van het beroemde restaurant 'Het Hele Jaar', thans gevestigd in wat vroeger De Lindetuin heette. Daar waren Lena en Harry ooit eens wezen eten. Riet was aan hun tafel verschenen om een praatje te maken, zoals chefkoks in betere tenten dat wel eens doen en had een verpletterende indruk op Harry gemaakt. Dat gekwijl was Lena niet ontgaan.
Ze schonk zich nog eens bij en droeg de laatste regels van het Sinterklaasgedicht voor aan de lege woonkamer.
'Dat de mannenliefde door de maag gaat,
gelooft de heel Sint heel graag, maat.
Toch denkt hij 'Is het nou de keuken
of is die Riet toch beter in ...'
Hier had Lena de letters 'ko' doorgestreept, en er 'neu' voor in de plaats gezet. Er stond dus niet meer 'koken'.
Buiten is de sneeuw dikker geworden
Grote dikke vlokken vallen naar beneden. Lena kan ze vanaf haar stoel, onder de lamp, duidelijk zien. Haar zevende sherry staat op het tafeltje naast de vissekom. Met enigszins troebele blik kijkt ze op de klok en ziet dat het bij negenen is.
'Gooi waddin me sloentje', neuriet ze langzaam, 'gooi waddin me laasje, danke Sinneklaasje.' Met een scheut gooit ze het glas achterover. Uit de keuken haalt ze een wortel, propt deze vakkundig in haar schoen en zet 'm bij de verwarming. Ze kleedt zich uit en gaat naar bed.
Op 6 december wordt ze wakker om 9 uur. Onder haar schedel klotst een half met modder gevulde ballon van links naar rechts en terwijl ze haar gebarsten lippen probeert te bevochtigen met het bedorven stukje vlees dat ooit haar tong was, dringt er een walgelijke stank naar neus binnen. Alsof er iemand een ranzig papje op haar bovenlip heeft gesmeerd. Een mengeling van amoniak, kattepis en Franse schimmelkaas. Ze hoest en ontdekt dat die aroma uit haar mond komt.
Rechtop zitten is nu niet het aangenaamste en eist veel van haar evenwichtsorganen. In haar hoofd loeit een alarmbel met een dreunende regelmaat: tring - stil - tringg - stil - triiinggg - stil - triinggg!!' 'WOP!', murmelt ze.
Hou op, bedoelt ze.
Maar haar telefoon blijft hardnekkig loeien.
'Jees! Tefoon!' Ze strompelt haar bed uit, wankelt een stoel omver, zig-zagt met hinkstapsprong in een paralympics-versie naar de woonkamer, slingert naar haar mobieltje, op het tafeltje naast haar stoel en meldt zich met naam en toenaam: Lena Oldeninck, luid en duidelijk:
"Met Leha Owwening.' Shit, de drank is er nog steeds niet uit.
'-Lena? Met Harry, ik had opeens zin om je te bellen.'
Oke. Helderheid moet nu komen! Hier heeft ze een jaar op gewacht: Harry belt en zij reageert koel, sterk en afstandelijk. Dat er nog een cadeautje ligt te wachten, maar dat ze helaas voorlopig geen tijd heeft en dat hij het later nog maar eens moet proberen. En dat 't hem verder maar goed mag gaan. Maar eerst met het pakje beginnen.
'Ohh jij waffa plan om de lubbetjes te kome hale, nou die ligge nog kleurig op je te wagge hoor.'
Zo. Die had ie alvast te pakken. Lena was de baas. Weliswaar lag ze op dit moment naast het tafeltje maar dat kon Harry niet weten.
'-Lena? Lena?' Harry was uiteraard verbijsterd, maar Lena was nog niet klaar. De onderkoelde toon die ze nu ging aanslaan zou hem reduceren tot een scholier van amper 13 met 500 strafregels: "Ik mag niet weglopen".
'Huhspijt me Hally dalling, 'dat Harry darling vond ze zelf ook sjiek klinken, 'maakep momoteel weinig tijd dus gaak nou ophange dus doont kol us, wie kol joe, ook not.'
Met een precies damesachtig gebaar legde ze de telefoon zorgvuldig op het tafeltje. Dacht ze. Toen ze rond half twaalf opnieuw wakker werd lag zij nog steeds op de grond en haar telefoon in de vissekom.
Een dikke week later, zondag 14 december en Lena zat behaaglijk in de luie stoel. Eigenlijk was het al maandag, want het was na twaalven en ze luisterde naar de radio. Een warme stem las brieven voor van luisteraars met wensen, verzoekjes en persoonlijke verhalen. Naast zich had ze een glas sherry staan, een kleintje en de eerste na haar kater.
Wat gezellig was dat toch, met een glaasje bij de radio en het cryptogram uit een ouderwetse, heuse krant half opgelost op schoot. Als ze niet meer verder kon met de puzzel sloeg ze de pagina op met contactadvertenties. Nu ook. Het gaf altijd een gevoel van verbondenheid. Al die zoekende singles vormden een onzichtbaar, maar wekelijks aanwezig leger dat je steeds weer deed beseffen dat je er niet alleen voor stond. Terwijl Simone Kleinsma werd afgewisseld door Wham met Last Christmas, las Lena: Ben jij die vrouw, rond de dertig, net als ik opzoek naar warmte en begrip? Hou je van lopen in de natuur, muziek, lachen, stil zijn, praten, ben je vrij en zelfstandig, kwetsbaar, sterk, lief, vrolijk en ernstig en op zoek naar een man van 40, sportief en aardig, niet-roker, niet-drinker..'
Lena nam een slok en stak een sigaret aan.
Een andere advertentie: 'Ik, man 43, lang, IT-er, vega, zoek jou, uiterlijk niet belangrijk, wel tederheid en warmte, trefwoord: humor.'
Ze blies een rookwolkje uit en staarde dromerig naar de lege vissekom en haar tot losse onderdelen teruggebrachte telefoon op het tafeltje. Wat had die radiopresentator toch een fijne stem.
'Beste Tom', las de stem sonoor de volgende brief voor. 'Zou je zondagnacht, voor een uur, een plaat willen draaien van Benny Neyman.' Oh, dat vond Lena stiekem toch ook zo'n warme zanger met gevoelige liedjes. 'Het liefst', bronsde de stem voort, 'Waarom fluister ik jouw naam nog' en wil je erbij zeggen dat het voor Lena is.'
Ze schoot in de lach.
'Zeg maar dat ik heel veel aan haar denk en dat ik spijt heb van vorig jaar. Nou Harry, dat is bij deze gebeurd.' De stem fluisterde nu heel menselijk. 'En hier is, speciaal voor jou Lena, van Harry, Benny Neyman met 'Waarom fluister ik jouw naam nog.'
Lena sprong op uit haar stoel, liep richting het raam.
'Tja', dacht ze, 'er zijn meer hondjes die Fikkie heten hoor.'
De huistelefoon in de hoek van het vensterbank rinkelde en ze nam hem vol automatisch op.
'Heb je het gehoord, heb je het gehoord?' Harry Rustema. 'Ik heb een plaat voor je laten draaien!'
Verbluft zei ze: '-Is dat voor mij?'
'Ja!', Harry juichde haast, 'van mij voor jou! Ik heb je vorige week proberen te bellen maar de lijn was zo slecht ofzo en later nam je niet meer op, dus ik dacht, ik probeer het nou op je vaste lijn.'
'-Maar.. maar Riet dan?' Haar maandenlange ingestudeerde kalmte en sarcasme vielen meteen aan scherven.
'Ik moest zoveel aan je denken, Lena, vooral rond Sinterklaas en opeens dacht ik..'
'-Waar ben je nu dan?' Dat kwam er uit op een toon alsof ze hem verdacht van stiekem in de kroeg zitten.
'Thuis natuurlijk.'
-Bij Riet?'
'Riet is bij haar vriendin, die woont in...'
'-Wat kan mij het godverdomme schelen waar die woont! Is ze weggelopen? Ik bedoel, is ze kwaad?'
'Nee haar vriendin is ziek en nou dacht ik...'
'-Ik zal Lena eens bellen? Je bent een lul, Harry, een ongelooflijke botte l..'
'Wat? Helemaal niet! Waarom?'
'-Omdat jij weer even zonder vrouwtje bent en hup, de enige oplossing is...'
'Ik zit godverdomme niet zonder vrouwtje, ik bedoel Riet is weg...'
'-Ja, en dus zit je alleen en...'
'Ik zit godverdomme niet alleen!' Harry was razend. 'Ik zit hier met Jos en daarom wou ik je bellen!'
'-Wie de hel is Jos?'
Ze begreep er geen moer van en Benny was met zijn laatste refrein bezig. Ze draaide zich om, leunde met haar billen tegen het venster en zette het toestel op haar schoot. Ze hoorde Harry vertellen: 'Er is ontzettend veel gebeurd, Lena. Jos en ik hebben een heleboel plannen, daarom belde ik je, Jos is namelijk ho...' En toen gleed het toestel van haar schoot, de hoorn uit haar hand en was de verbinding verbroken.
Verbluft keek ze naar het toestel op de vloer.
De wereld was een jungle aan het worden.
Ze voelde zich als een vreemdeling op een planeet dat elke dag opnieuw veranderde. Iedereen wist hoe en wat wanneer, behalve zij.
'Jos is namelijk ho...' en ze hadden plannen.
Ze stond absoluut alleen. Zij was de laatste normale vrouw in een wereld vol gekken. Ze was gewoon secretaresse, rookster, drinkster en hetero in een wereld vol computernerds, niet-rokers, niet-drinkers en rare homo's.
Riet was naar haar vriendin!
Nou ja, dat verbaasde haar eigenlijk niet. Die had altijd al dat lesbische, met dat korte haar en die lage stem. En nu was Harry met Jos en ze waren ho! Oh God! Oooh mijn god...! Ze schonk zich snel een glas sherry in en stak een sigaret op. Tenslotte had ze vrij tot na de Kerst, dus een tweede kater zou ze zo'n twee-en-een-halve week kunnen vertroetelen. De raapte de telefoon op, die acuut weer begon te rinkelen.
'Met Lena', zei ze met een zucht.
-Met Harry. We werden verbroken, we wilden je dus eigenlijk uitnodigen voor de Kerst.'
'Voor de Kerst?' Lena's pupillen vielen op de vloer.
'-Ja, voor de Kerst, Lena, kun je dan?'
'Nee', zei ze stellig. 'Dan heb ik een kater te verzorgen.'
'-Een kater?' Nu was Harry verward.
'Ja, een authentieke heterosexuele kater, onbesneden en agressief, hij heet Sherry.' Ze moest er zelf om lachen.
'-Ehhm.. zullen we anders naar jou toe komen? Heb je dat liever? Ik ehh.. we willen zo graag met je praten.'
Het klonk nogal dringend en opeens kon het haar niks meer schelen. Ze vond het best: 'Ja hoor, prima, wil je praten, kom maar praten. Als ik je kan verstaan tenminste, want die kater gromt er echt doorheen hoor!' Dat klonk dreigend, maar ze wist niet waarmee ze dreigde. 'Nou wat zullen we doen? Kalkoen? Reebout? Ik verzin wel wat lekkers. Eerste Kerstdag, om 6 uur, is dat wat?'
'-Goed! Fijn. Heel graag Lena, eerste Kerstdag. We zullen er zijn. Dag lieverd.' Harry hing op. Op de een of andere manier had Lena opeens een ontzettend plezier. Waarom wist ze niet, maar ze voelde zich goed en dat was voldoende om nog maar eens een sherry te nemen.
Alsof Charles Dickens zelf voor het sfeertje had gezorgd sneeuwde het al weer vanaf de dag voor Kerst. Ze had haas gebraden, compote gemaakt, een heerlijke wildsaus, soep getrokken en pudding met slagroom en besssaus als dessert. Een zestal mooie flessen wijn stonden op kamertemperatuur en er was whiskey, jenever, rum en sherry. De kater die ze had ingecalculeerd was tot gisteren uitgebleven, maar ze had het gevoel dat die in een naburig portiek op de loer lag.
Het was zo rond half zes en ze zette de radio aan. Sky Radio is altijd zo gezellig rond deze tijd van het jaar. Ze liep naar de spiegel en controleerde haar uiterlijk. Alles zat goed. Haar haar, haar gezicht, haar jurk. Ze straalde. Ze pakte haar glad en schonk zich nog maar eens in. Wat was ze benieuwd naar straks, naar Harry, Jos en hun plannen. Terwijl Mariah 'All I want for Christmas' tetterde, gleed haar blik over de feestelijk gedekte tafel. Glazen blonken, bestek glansde. De lekbakjes om de kaarsen, die ontbraken nog.
Ze had ze er net omheen geschoven toen de voordeurbel ging.
Dat had Thomas nou altijd, na de Kerst, zo'n leeg gevoel.
Hij deed er weliswaar niet veel aan, hooguit een handteerbaar kerstboompje en verder at ie wat ie lekker vond. Maar dat deed ie altijd wel. Maar geen gedoe verder. Geen vrienden, ook niet op bezoek gaan ergens, maar gewoon thuis.
Zelfs het kerstverhaal, dat hij meestal in de dagen daarvoor al las uit het lokale krantje en dat hem stiekem altijd wel een beetje in de stemming bracht, interesseerde hem geen bal meer. Het was toch allemaal hetzelfde. Elk jaar hetzelfde geouwehoer en elkaar jaar komt het toch altijd weer goed. Nooit hing iemand zich eens in opperste wanhoop op. Nooit zat de oude moeder tevergeefs op haar verloren zoon te wachten, die ondertussen de drank had afgezworen en een baan had gevonden. Nooit leidde het misverstand in al die klotefilms en kutverhalen eens tot een gruwelijk uit de klauwen gelopen drama! Dus waarom zou hij die troep nog lezen? De keiharde werkelijkheid kwam je in die verhalen toch nooit tegen. Het nieuwe jaar lag voor de deur en dat was al erg genoeg.
En in dat debiele schijtverhaal hoefde hij zich verder ook niet te verdiepen. Want Lena zou de deur open doen en daar stond Harry, ja een beetje onwennig, maar dat komt wel goed. Nou het grote misverstand is natuurlijk Jos. Jos is ho. Ja, hoteleigennaar natuurlijk en Jos is Josje, gewoon een vrouw dus en Lena wilden ze als receptioniste in hun nieuw te openen hotel, met Riet natuurlijk als chefkok in de keuken en die vriendin als gastvrouw in het restaurant. God wat een sneu geneuzel!
Thomas haalde de dozen te voorschijn en begon er de versiering in te doen. Eerst de piek, de daarna de slingers en daarna de diverse ballen.
Aan elke bal zat een herinnering. Het verkleurde engeltje had nog bij hem thuis in de boom gehangen. Bij zijn ouders, die al lang dood waren. Het trompetje dat vroeger zo'n hoog geluid bezat was nog van oom Frans, ook gestorven. Het glazen vogeltje had hij, al jaren geleden, voor zijn zoontje gekocht, maar zijn vrouw en kind waren al vertrokken. Sylvia had ie nog een keertje gezien, bij zijn advocaat.
De lampjes raakten net als ieder jaar verstrikt en het duurde, ook net als ieder jaar, een half uur voor ie ze weer keurig in de doos had. Hij moest onwillekeurig denken aan het kerstverhaal met Lena. In die verhalen zaten ze nooit met afgetakelde kerstbomen. Die stonden ook overal, opeens, zomaar. Die bomen gingen allemaal een nieuw leven tegemoet. Hij niet. Hij was de 50 ruimschoots voorbij en over een paar dagen begon het nieuwe jaar.
Twaalf maanden van alimentatie. Twaalf maanden van ruzie met de te jonge nieuwe manager in het bedrijf. Twaalf maanden van VVE-vergaderingen over planten in de hal en het schoonhouden van de trappen. Driehonderdvijfenzestig lange dagen om rond kwart over zes de sleutel in het slot van dezelfde etage te steken met de vraag wat ie nou weer zou gaan eten. Misschien werd ie wel 90. Hij rookte niet tenslotte, dronk met mate en at als het makkelijk kon biologisch. En de rest was al jaren gewoon handwerk.
Eens zien of hij dit jaar het boompje zonder naaldverlies uit het raam kon pleuren. Hij pakte het boompje, schoof het raam open en gooide de spar naar beneden. De wind blies koel in zijn gezicht, het miezerde. Plof, zei de boom en voor hij het besefte sprong hij zelf ook. Hij had nog elf verdiepingen de tijd om 'Gelukkig Nieuwjaar Lena' te roepen. Toen zei Thomas ook plof.